Verhalen moet je bezoeken. Dan kom je merkwaardige dingen tegen
waarachter sterke verhalen schuil gaan. Vandaag de tweede reeks foto’s van Myriam
Lemmens, in een reeks van tien
1.
Het Iers kerkhofje van Lafelt
Op 2 juli 1747 vond in en om het gehucht Lafelt vlakbij
Maastricht langs de oude Romeinse heirbaan één van de bloedigste veldslagen
ooit in de Lage Landen plaats. Aan het einde van de Oostenrijkse Successie-oorlog
vochten het Frans leger van Lodewijk de Vijftiende en het geallieerde leger van
Oostenrijkers, Engelsen en Nederlanders – samen zo’n 150.000 man – om de
toegang tot het eeuwig strategische Maastricht. De Fransen wonnen, dankzij een
charge van Ierse eenheden die hen bijstonden in de hoop op die manier bevrijd
te worden van de Engelsen. Ruim 10.000 soldaten zouden die dag gesneuveld zijn.
Volslagen nutteloos overigens, want kort nadien begonnen vredesbesprekingen in
het nabije Aken waarin de minzame Franse koning zijn pas veroverde Zuidelijke
Nederlanden weer afstond om echte vrede na te streven. Ook de Ieren kregen hun
zin niet. In de jaren zestig van de vorige eeuw hoorde de toenmalige Limburgse
gouverneur Louis Roppe tijdens een bezoek aan Ierland van het vergeten verhaal
van de slag van Lafelt. Met de hulp van Ieren uit de stad Cork werd er toen dit
klein Iers monument rechtgezet, dat wil blijven herinneren aan de 800
gesneuvelde Ierse soldaten van de slag van toen.
2. Het Koningsplein van Brussel
Het Koningsplein van Brussel (hier gefotografeerd naar de Koningssraat en het Park toe) werd in het laatste derde
van de achttiende eeuw aangelegd door de toenmalige landvoogd in Oostenrijkse
dienst, Karel van Lotharingen, op de veertig jaar oude ruïnes van het
majesteuze paleis van de hertogen van Brabant, dat op een koude februarinacht in
1731 volledig was uitgebrand. De
landvoogd zelf kreeg een standbeeld in het midden van het plein, dat in de 19de
eeuw werd vervangen door dat van Godfried van Bouillon, en nu op het
binnenplein van het Museum voor Schone Kunsten staat. Drie maal kwam een nieuw
staatshoofd de eed afleggen op de trappen van de kerk van de voormalige kerk
van de abdij van Sint-Jacob op de Koudenberg op het plein: de Oostenrijkse
keizer Franz II in april 1794 (als laatste hertog van Brabant en de eerste
vorst van de Nederlanden die dat in Brussel zelf deed sinds Filips II in 1549),
de Nederlandse koning Willem I (als eerste vorst van het nagelnieuwe koninkrijk
der Nederlanden) in september 1815, en de Duitse prins Leopold van
Saksen-Coburg als eerste koning van het nieuwe België op 21 juli 1831. Tussen
23 en 27 september 1830 was het plein het toneel van de hevigste strijd tussen
het geregeld leger van Willem I en de opstandelingen van Brussel.
3.
De textielmachine van Verviers
In 1799 bouwde de Vervierse textielondernemer Ivan
Simonis met behulp van zijn Engelse medewerker William Cockerill de eerste
moderne textielfabriek van het vasteland waar met machines katoen werd gemaakt.
Een jaar later smokkelde de Gentenaar Lieven Bauwens een Mule Jenny, een
hoogwaardige spinmachine, in onderdelen naar Gent, en later naar Parijs waar ze
op grote schaal werd nagemaakt en vrij snel ook in Verviers verspreid geraakte.
Op die manier werden de voormalige Zuidelijke Nederlanden (Verviers lag tot 1795 in het
hertogdom Limburg) het eerste land buiten Engeland waar de Industriële
Revolutie op gang kwam. Die voorsprong maakte het na 1830 onafhankelijk geworden België
tot diep in de 19de eeuw een klein land met een buitengewone
economische macht. De machine op de foto is te bezichtigen in het uiterst
didactische en boeiende Centre de la
Laine et de la Mode in Verviers dat in een andere beroemde oude
textielfabriek, die van Dethier, een plaats heeft gevonden. Ook Gent heeft zijn Mule Jenny bewaard, in het Museum
voor IndustrIële archeologie en Textiel.
4.
Het laatste paleis van de Duitse keizer, in Spa
Hier in het lieflijke en uitermate vredige kasteel
Neubois even buiten Spa logeerde Willem II, de laatste keizer van Duitsland,
vele malen tijdens de Eerste Wereldoorlog, telkens hij op bezoek kwam naar de
Duitse generale staf – Hindenburg en Ludendorff – die zijn hoofdkwartier gevestigd
had in het centrum van het kuuroord ten zuiden van Verviers. De laatste keer
dat dat gebeurde was vanaf 29 oktober 1918, toen de Duitse nederlaag al overduidelijk
was. Willem stond onder druk om te abdiceren, als zoenoffer om sneller tot een
wapenstilstand te komen. Maar hij weigerde, tot op 9 november het bericht uit
Berlijn kwam, dat daar de revolutie was uitgebroken en hij gewoon was afgezet. De
net geen 60-jarige keizer bereikte in de allervroegste uren van een mistige 10
november de 40 kilometer noordelijker gelegen grenspost van Eijsden aan de
Belgisch-Nederlandse grens, net voorbij Visé, het eerste dorp waar zijn troepen
in augustus 1914 een deel van de bevolking koudweg hadden uitgemoord. Willem,
nu nog slechts een gewone burger, vroeg aan de grenspost om asiel in Nederland.
Het duurde bijna een hele dag eer uit Den Haag een positief antwoord toekwam.
5. Aux Pays-Bas, in Maastricht
Misschien is de afgezette keizer, eens hij in Nederland
was, ook nog wel langs het Vrijthof gepasseerd, het centrale plein van
Maastricht een vijftal kilometer voorbij de grenspost van Eijsden. Dan kan het
dat ook hij het insigne boven één van de cafés heeft gezien: Aux Pays-Bas. De burgerij van Maastricht
sprak toen bijna evenzeer Frans als die van Gent en Leuven, maar zou
de volgende halve eeuw geleidelijk omschakelen naar keurig Nederlands. Ze had daar
geen taalwetten voor nodig, wel de invloed van het onderwijs. De inscriptie
leert ons dat taal tot in de twintigste eeuw grotendeels klasse-gebonden was, veel
meer dan territorium-gebonden. Ook de oude wijsheden over de taalgrenzen in
onze contreien, die in de Romeinse tijd zouden zijn ontstaan, zijn inmiddels
aan revisie toe en ingeruild voor een veel diffuser beeld. In 1918 sprak men in
Maastricht alleszins maar twee talen: het volk het plat Limburgs (zoals ook
André Rieu, een zoon van de streek, vandaag nog doet in zijn jaarlijks massaal
bijgewoonde concertreeks op het Vrijthof) en de burgerij Frans.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten