Hier de links naar De Ochtend van 29 april om 8u10 en naar De Zevende Dag van 29 april om 12u45. Bij de laatste gaat het om de items op het einde 'Eén van de best bewaarde geheimen van Vlaanderen' en 'Waarom zijn wij niet chauvinistisch?
Het begon met een interview in De Tijd van zaterdag 21 april:
'Geschiedenis is een potje biljart'
Wat begon als een zoektocht naar de roots van ons communautaire conflict, eindigde als een alternatieve geschiedenis van België. De historicus Rolf Falter schreef een boek over het echte DNA van ons land. 'Plundering, moord en verkrachting. Dat is wat ons verbindt.'
Het kan verkeren. De Maritiemwijk in de Brusselse gemeente Molenbeek haalt dezer dagen vooral het nieuws met verhalen over drugshandel, criminaliteit en torenhoge werkloosheid. Maar dik honderd jaar geleden lag in de Brusselse kanaalzone het kloppende hart van 's werelds eerste grote globaliseringsgolf. De restanten van dat roemrijke verleden liggen vandaag grotendeels verborgen onder het gerenoveerde pakhuis op de site Tour & Taxis. In de centrale hal stopt Rolf Falter bij een plek waar de vloertegels vervangen zijn door glas. 'Kijk, hier zie je de oude treinsporen nog liggen.' De bouw van Tour & Taxis in 1905 was een uitloper van de koloniale ambities van koning Leopold II. De site was een reusachtig distributiecentrum voor goederen uit de Congolese kolonie. Die werden vanuit de haven van Antwerpen per spoor naar Brussel gebracht en vervolgens over heel Europa verspreid.
'Dit pakhuis staat symbool voor het economisch succes van de jonge Belgische staat in de 19de eeuw', zegt Falter. 'België is in 1830 op een wat sukkelachtige manier ontstaan, maar dat nieuwe land is snel tot een succesverhaal uitgegroeid. België was het eerste land op het Europese continent waar de industriële revolutie op kruissnelheid kwam. Door de economische groei die daaruit volgde, speelde België in de 19de eeuw internationaal ver boven zijn gewicht. Met 7,6 miljoen inwoners was ons land in 1905 uitgegroeid tot de vijfde economie. De hele wereld keek toen naar ons zoals wij vandaag naar Singapore of Hongkong kijken. Met als belangrijkste verschil dat alle rijkdom in het België van 1830 bij een kleine elite bleef plakken.' 'De bouw van het koloniale distributiecentrum was een reusachtig project met mondiale dimensies.
Ja, het was een megalomane investering, maar België probeerde er wel mee in te spelen op dezelfde uitdaging waar de Antwerpse haven vandaag voor staat. Blijft de boom in Azië duren, dan opent dat enorme groeikansen voor onze economie. Maar dan zal de infrastructuur in het hinterland van de haven moeten worden aangepast om alle extra trafiek op te vangen. Die investering zal de overheid moeten koppelen aan creatieve oplossingen om de mobiliteit en de leefbaarheid zo weinig mogelijk te belasten. Geen gemakkelijke opdracht, zoals het gesteggel over het Oosterweeldossier bewijst.'
Fascinerend gekissebis
Rolf Falter was in het verleden onder meer adviseur van premier Guy Verhofstadt. Op diens kabinet was hij een bevoorrechte getuige van het Belgische model, een constante diplomatieke conferentie tussen Vlamingen en Franstaligen. 'Ik raakte als historicus gefascineerd door het gekissebis tussen beide taalgroepen. Daarom ben ik tien jaar geleden op zoek gegaan naar de roots van ons communautaire conflict. Kort na de moord op Pim Fortuyn ontstond in Nederland ook een hevig debat over identiteit en de 'historische canon'. Die discussie intrigeerde me. In al onze buurlanden zijn de meeste burgers patriotten met een sterk gevoel van nationale identiteit. Waarom hebben de Belgen dat eigenlijk niet?' 'Ons gebrek aan patriottisme is deels te verklaren door de manier waarop de Belgische onafhankelijkheid tot stand kwam. De Nederlanders, Polen en Hongaren hebben een lange en bloedige ontvoogdingsstrijd moeten voeren, terwijl de Belgen hun zelfstandigheid in de schoot geworpen kregen.
Die handicap had België misschien kunnen compenseren met zijn fenomenale economische groei. In de 19de eeuw waren alle Belgen trots op de economische prestaties van hun land. De elite speelde in op die gevoelens door een geschiedenis bijeen te fantaseren. Overal verrezen standbeelden van Belgische helden, van Ambiorix in Tongeren tot Godfried van Bouillon in Brussel. België was klaar om een echte natie te worden. Het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog heeft daar een stokje voor gestoken. Vanaf dan begonnen de Waalse socialisten en flaminganten het Belgische sprookje om verschillende redenen snel weer te ondergraven.'
'Daarnaast zat er van bij het begin een systeemfout in de Belgische natie. Tot de Franse revolutie in 1789 waren staten een onbekend concept in Europa. Binnen het feodale systeem waren mensen verbonden met hun landheer. Die had op zijn grondgebied aparte rechtspraak en belastingregels. De moderne natiestaat ontstond in de 19de eeuw als een tegenreactie op dat achterlijke feodalisme. Er ontstonden landen met een uniform rechtsstelsel, belastingsysteem en administratie. Geheel in lijn met de moderne ideeën van die tijd zetten de Belgen een unitaire staat in de steigers. Alleen zou achteraf blijken dat taal een belangrijke rol speelde bij de vorming van sterke natiestaten. In 1900 waren veel Europese landen nog complexer dan België, met een lappendeken aan talen, culturen en etnische groepen binnen hun grenzen. Een eeuw later bleef daar niets van over.
De meeste Europese staten hebben vandaag een eentalige bevolking op hun grondgebied.' 'In West-Europa vormen alleen nog België en Zwitserland een uitzondering op die regel. Het Zwitserse model werkt uitstekend, omdat het een confederaal samenwerkingsverband is dat organisch van onderuit is gegroeid. Dat het in België ruim anderhalf jaar heeft geduurd om deze regering te vormen, wijst op een diepe systeemcrisis. Maar dat politici zijn blijven doorgaan tot er een regering was, toont ook de niet te onderschatten veerkracht van de Belgische staat.'
Alles lijkt erop te wijzen dat België ontrafelt en Vlaanderen op weg is naar zijn onafhankelijkheid. 'Als België moet uiteenvallen, dan had het nu eigenlijk moeten gebeuren. De Belgische existentiële crisis is een uitloper van de economische foto van ons land in de jaren negentig. Toen bereikte de almaar groeiende kloof tussen Vlaanderen en het Franstalige landsdeel haar hoogtepunt. Nu Vlaanderen wat stagneert en er in Wallonië duidelijke tekenen van relance zijn, zal dat spanningsveld weer afnemen. Ik geloof wel dat België alleen kan overleven door de regio's nog meer autonomie te geven. Veel zal ook afhangen van de verdere evolutie van de eurocrisis. Wordt de kloof tussen Duitsland en Frankrijk dieper, dan zal dat ook een negatieve impact hebben op ons land. Sinds 1830 is op dat vlak weinig veranderd. We zijn gehypothekeerd door wat in onze grote buurlanden gebeurt.'
Zowel België als Vlaanderen is volgens Falter niet meer dan een kunstmatige constructie. 'Ik wil zeker niet zeggen dat wij geen identiteit hebben. Ik heb het boek laten nalezen door mijn moeder. Het eerste wat ze zei, was dat er wel heel veel oorlog in voorkwam. Daarmee heeft ze mijn verhaal perfect samengevat. Natuurlijk, de geschiedenis van elk land staat bol van het geweld, maar bij ons was het wel heel extreem. Veel meer dan de twee wereldoorlogen is een andere bloederige periode bepalend geweest voor onze identiteit. Vanaf 1552 werden onze contreien meegesleurd in een oorlog die tot 1714 zou duren. 160 jaar van moord, plundering en verkrachting.' 'In mijn geboortestreek rond Leuven zijn getuigenissen teruggevonden van die tijd. Je gelooft niet wat je leest. Jaar na jaar hielden duizenden soldaten een allesvernietigende strooptocht. Ze plunderden de oogst van de boeren, verkrachtten elke vrouw op hun weg, moordden naar believen en brandden hele dorpen plat. In de winter ontstond hongersnood, waardoor de mensen stierven als ratten. Rond 1552 hoorden het Graafschap Vlaanderen en Brabant bij de welvarendste gebieden van Europa. Anderhalve eeuw later was het een achterlijk, extreem katholiek gebied. Ik denk dat we onvoldoende beseffen hoezeer die periode tot vandaag in ons DNA gegrift staat.'
Toeval bestaat
Falter is niet de eerste die een geschiedenis van België schrijft. Wat kan hij nog toevoegen? 'Het is als toerist altijd weer schokkend te zien hoe landen hun geschiedenis vertellen vanuit een streng nationale context. Terwijl ik er net een West-Europees verhaal van heb proberen te maken. In de middeleeuwen waren de Bourgondiërs en de Habsburgers ook niet aan grenzen gebonden. Ze joegen in heel West-Europa op macht en geld. Dat constante schaakspel tussen Europese grootmachten is in onze streken allesbepalend geweest. Je kan België niet begrijpen zonder de grotere verbanden te kennen.' 'Veel historici hebben ook te veel de neiging om de geschiedenis opnieuw te interpreteren, om hun eigen orde aan te brengen in de chaos. Terwijl de grote historische kantelpunten vaak een gevolg zijn van toeval. Wisten de zonen van keizer Karel V veel dat hun ruzie over de erfenis de opkomst van een superstaat in West-Europa voorgoed zou verhinderen. De geschiedenis heeft geen draaiboek, het is een potje chaotisch biljart. Moderne natiestaten legden hun bestaan uit als een logische uitkomst van de geschiedenis. Dat determinisme klopt niet. Meestal reed een vorst zich ergens finaal vast in een oorlog, en dus besloot hij daar maar een grens te trekken. Die chaos wilde ik in mijn verhaal terugbrengen.' Heeft Falter zelf lessen getrokken uit zijn boek? 'Door onze vindingrijkheid en creativiteit slagen we er steeds beter in het pure overleven te overstijgen. Maar ondanks al onze technologie worden we wellicht altijd geconfronteerd met onze eigen nietigheid. In Japan, een van de meest gesofisticeerde samenlevingen, kwamen vorig jaar alle gebouwen ongeschonden uit een van de zwaarste aardbevingen ooit. Twee minuten later werpt een tsunami een hele regio terug in het stenen tijdperk. Geschiedenis gaat voor mij niet over de grote rijken, religies en ideologieën, maar over ontsnappen aan onze eigen kwetsbaarheid.'
© 2012 Mediafin
Op 24 april verscheen ook Een interview doorMarc Reynebau in De Standaard
Rolf Falter herweegt de Belgische geschiedenis
'We zijn blasé geworden. Vlaanderen is zijn economisch elan kwijt'
Belgen hebben nooit sterke nationale gevoelens gekend, ook de Vlamingen niet. Historicus en kabinetsmedewerker Rolf Falter zocht uit waarom. De mensen in dat 'diplomatieke gat' wilden maar één ding: met rust gelaten te worden door hun buren.
Van onze redacteur
Een vraag die historici altijd dwars zit: als België pas sinds 1830 officieel bestaat en het politieke Vlaanderen nog jonger is, hoe dan te schrijven over de eeuwen die daaraan vooraf gingen? De verleiding is groot om te denken dat de geschiedenis vanzelfsprekend en noodzakelijk het verloop kende dat ze heeft gekend. Maar zo was het niet. Daarvoor speelden de omstandigheden en zelfs het toeval een te grote rol.
Daarom gaf Rolf Falter (1958) zijn nieuwe boek over die West-Europese uithoek die later België is geworden, de titel België, een geschiedenis zonder land. Het boek, dat vandaag verschijnt, is niet echt een 'alternatieve' geschiedenis, zoals de uitgever stelt, maar het boek plaatst die historische ontwikkeling wel in een ruimere, Europese context.
Falter, die eerder onder meer een erg verdienstelijk boek over 1830 schreef, noemt zichzelf een vrijetijdshistoricus, 'een uit de hand gelopen hobby'. Hij was lange tijd journalist, bij De Standaard en De Tijd, maar koos dan voor de politiek. Hij werkte voor de studiedienst van de toenmalige CVP en volgde voormalig CVP-voorzitter Johan Van Hecke in diens overstap naar de VLD van Guy Verhofstadt. Vandaag is hij verbonden aan het kabinet van minister van Justitie Annemie Turtelboom.
Geschiedenis en journalistiek hebben veel gemeen, volgens Falter meer bepaald dat ze 'een goed verhaal' moeten vertellen'. Maar ook dat hun beoefenaars waarnemers zijn, buitenstaanders. En dat is Falter niet meer. Hoewel, dat hij optrok met deze politici komt net omdat hij hen niet ervaart als polariserend of als ideologische scherpslijpers. 'Je leert veel van zulke mensen,' voegt hij daaraan toe.
'De media hebben het over misschien een derde van wat er echt gebeurt. Dat is ook normaal: ze brengen nieuws, het uitzonderlijke en het ongewone, ze berichten niet over het normale, dat zijn gangetje gaat. We zijn instinctief vooral geïnteresseerd in slecht nieuws, uit een verdedigingsreflex: het is gevaarlijker, we willen erover geïnformeerd zijn.'
Misschien is het dat nauwe contact met de politieke praktijk dat hem kritisch stemt tegenover heilige huisjes en verheven helden uit het verleden. Komt daar dan deconstructie en uiteindelijk destructie van oude mythen van? Vlaamse politici en historici verschillen daarover, zoals bekend, heftig van mening. Falter volstaat met: 'het valt toch op hoe sommigen de geschiedenis willen reconstrueren om hun hedendaagse gelijk te halen.'
Zijn niet-nationale kijk op het verleden leverde Falter nieuwe inzichten op over onder meer de zestiende-eeuwse, in Gent geboren keizer Karel V. 'Wij cultiveren hem graag als iemand "van ons", maar zo was hij niet. Hij trok naar Castilië in Spanje omdat hij daar meer financiële mogelijkheden zag en vooral omdat hij daar een koningskroon kon verwerven, wat de Bourgondiërs, van wie hij afstamde, trouwens altijd hebben nagejaagd.'
'Aan het eind van zijn leven doet hij afstand van de troon om zich in een klooster terug te trekken. Een genereus gebaar omdat hij moe was? Welnee, zoiets was gigantisch uitzonderlijk in zijn tijd. Op het schilderij dat Titiaan van hem maakte, zie je hem inderdaad als de man die haast heel Europa in zijn greep had. Maar alles draaide in de soep omdat er in de familie ruzie kwam over de opvolging van de ouwe. 't Is dus een erfeniskwestie.'
'Gevoelens van nationale trots zijn vandaag nog altijd niet sterk in België, en al evenmin bij de flaminganten', stelt Falter vast. 'We zwaaien niet zo snel met de vlag. Het grondgebied was lang een soort diplomatiek gat tussen buren waar de mensen niets dan last mee hadden. Hun enige reactie was: "laat ons met rust".'
'Cruciaal is dat we 160 jaar onafgebroken oorlog hebben meegemaakt, tussen 1553 en 1713, op twee pauzes na. De dramatische verwoestingen van toen kunnen wij ons nu nog nauwelijks voorstellen. Vandaar niet alleen ons gebrek aan nationale trots, maar ook ons antimilitarisme. We hoeven die onzin niet meer.'
In die oorlogservaring ziet Falter ook de reden waarom Vlaanderen en Brabant, die in de zestiende eeuw nochtans aan de spits van de reformatie stonden, zo lang doordrongen zijn gebleven van het katholicisme. 'Alle gezag leek ver weg en scheen zich nergens om te bekommeren', meent hij, 'geheel anders dan de kerk, die overal permanent aanwezig was en zich die miserie wel aantrok. Alleen de industriële revolutie bracht daar verandering in, maar in landelijk België is het zo gebleven. Ik merk nu op het kabinet dat België, op Oostenrijk na, nog het enige land is dat de erediensten subsidieert.'
'Dat is legitiem', benadrukt Falter, 'wat het separatisme tot een reële optie maakt. Maar de paradox is dat we een grote economische schok beleefden waarin België heel kwetsbaar bleek te zijn. Maar dat zelfs na 540 dagen crisis uiteindelijk een regering tot stand kon komen, toont aan dat dit toch een taai beestje is.'
'Tegelijk kunnen Vlamingen overwegen dat ze van separatisme materieel beter kunnen worden, maar ze moeten dan wel nog door een tussenfase, waarin ze geen ellende willen meemaken. En dat kan niemand garanderen. Het zou wel eens kunnen dat het momentum van het separatisme voorbij is. Want dat gaat terug tot de jaren tachtig, toen Vlaanderen zich herstelde van de economische crisis van de jaren zeventig en Wallonië niet, met onder meer de transfers als gevolg.'
'Maar nu zie je dat Vlaanderen zijn elan kwijt is. Rudy Demotte, de Franstalige minister-president, heeft gelijk als hij zegt dat Vlaanderen nu lijkt op Wallonië in de jaren vijftig. We zijn blasé geworden. Maar ondertussen gaat Wallonië er stilaan weer op vooruit. Als zo het economische verschil tussen Vlaanderen en Wallonië afneemt, neemt ook de separatistische druk af.'
'Maar de politieke kloof blijft natuurlijk gigantische groot. Dat zijn twee erg verschillende politieke markten. De Zwitsers hebben dat opgelost door extreem te decentraliseren. Als wij het in België willen oplossen, zullen we dat ook moeten doen.'
Rolf Falter, 'België, een geschiedenis zonder land', De Bezige Bij Antwerpen, 461 blz., 22,50 euro.
© 2012 Corelio
De Rotterdamse NRC van 27 april kwam al met een eerste recensie op de proppen
En hier nog de links naar de officiële presentatie van 24 april met Guy Verhofstadt en van mezelf
"Omdat ik Vlaming ben" : hoe het 75 jaar geleden was om Vlaming te zijn in Belgie http://www.lulu.com/shop/eddy-adriaens/omdat-ik-vlaming-ben/paperback/product-22013368.html
BeantwoordenVerwijderen